Vloerverwarming: natte en droge systemen

We onderscheiden bij vloerverwarming enerzijds ‘natte’ en anderzijds ‘droge’ systemen. Bij het natte systeem liggen de buizen van de vloerverwarming rechtstreeks in de chape. Bij het droge systeem liggen de buizen in voorgevormde isolatieplaten of ‘droogsysteemplaten’.

Nat systeem

Buizen worden rechtstreeks in de natte chapelaag gelegd. Omdat verwarmingsbuizen krimpen en uitzetten is, vooral bij natte vloerverwarming, een wapening van de chapelaag aangewezen. De wapening kan gebeuren met een traditioneel wapeningsnet, maar ook met staalvezelwapening. Hierbij worden kleine vezels aan de chape toegevoegd. Deze bieden het voordeel dat de chapelaag sneller uitdroogt en dat je de vloerverwarming sneller in werking kan stellen.

Droog systeem

De buizen komen in een voorgevormde constructie van piepschuim of polystyreen. Hierin worden profielen van aluminium of gegalvaniseerd metaal geplaatst waar uiteindelijk de verwarmingsbuizen in komen te liggen. Dankzij de goede warmtegeleiding van deze metalen, resulteert dit in een vluggere warmteafgifte en -verspreiding. De kans op barsten wordt door het droge systeem sterk verkleind. Door de betere warmtespreiding zijn er lage keteltemperaturen mogelijk en hebben de buizen in de goten ruimte om uit te zetten en te krimpen.

Energiebron

Vloerverwarming kan werken op gas, stookolie en elektriciteit. Elektrische vloerverwarming werkt niet met waterbuisjes, maar met verwarmingslinten of -matten op de vloer. Qua rendement is hydraulische vloerverwarming vooral interessant in combinatie met lage temperatuurketels. Het grote verwarmende oppervlak van de vloer compenseert de betrekkelijk lage watertemperatuur van vloerverwarming.

Isolatie

Bij vloerverwarming is een degelijke vloer- en wandisolatie een absolute must. De verwarmingsbuizen mogen geen warmte afgeven naar beneden. Een juist geplaatste vloerisolatie vermijdt dat. De randisolatie zorgt ervoor dat er geen koudebrug kan ontstaan tussen vloer en buitenmuur en laat ook toe dat de vloer uitzet. Bij het droge systeem liggen de buizen in de vloerisolatie.

Vloerbedekking

• Tegels: houden de warmte niet tegen en kunnen deze ook beter opslaan.
• Vasttapijt: moet in combinatie met vloerverwarming permanent antistatisch zijn
• Natuursteen: bepaalde natuursteensoorten kunnen beschadigd geraken in combinatie met vloerverwarming. Vraag raad aan de fabrikant.
• Parket: als je voor de combinatie vloerverwarming en parket kiest, ga dan zeker voor een droog hydraulisch of voor een elektrisch zelfregelend systeem. Die hebben een hogere warmteafgifte dan de traditionele natte systemen.
• (Massieve) parket: vraagt, afhankelijk van de dikte van de planken, een langere opwarmtijd. Hout houdt de warmte ook meer tegen dan andere bevloeringen, zodat het langer duurt voor de vloer en dus de kamer opgewarmd zijn