Dacht je dat je thuis alleen ongewenst bezoek kreeg van een handvol spinnen en muggen? Een Amerikaans onderzoekster brengt minder goed nieuws voor de insectenhaters onder ons. In onze woningen verstoppen zich tientallen verschillende soorten. En we krijgen ze niet weg. Het goede nieuws: misschien zijn ze wel een goede zaak voor onze gezondheid.
Huis als eigen habitat
Volgens insectendokter Michelle Trautwein zitten ze zitten letterlijk overal: van de woonkamer over de badkamer tot zelfs tussen de verdiepingen. “We hebben de voorbije vijf jaar in vijf continenten honderden huizen uitgevlooid, en het lijkt een universele wet: beestjes kennen geen grenzen. Zij zien onze huizen gewoon als een verlengstuk van hun eigen habitat.”
Top vijf
In haar laatste onderzoek ging Trautwein op zoek naar de ideale levensomstandigheden voor insecten. Zo’n vijftig huizen in de Noord-Amerikaanse staat North-Carolina dienden als testlabo.
In totaal vonden de onderzoekers om en bij de 10.000 insecten, verdeeld over zo’n 300 families. In elke woning kwamen ze gemiddeld zo’n 100 soorten tegen, met deze vijf op kop:
- De spekkever
- De kogelspin
- De rouwmug
- De galmug
- De mier
De ideale omstandigheden?
Uit de resultaten blijkt dat de beestjes hoe dan ook de weg naar onze woningen vinden. Vooral het gelijkvloers en woningen met tapijten en veel ramen en deuren blijken populair. “De aanwezigheid van de insecten wordt niet beïnvloed door het feit of het huis nu opgeruimd is of niet, of er een huisdier rondloopt of niet, en al evenmin of de bewoner pesticiden gebruikt of niet.”
En misschien is dat nog geen slechte zaak, gelooft Michelle Trautwein. “Almaar meer studies suggereren dat sommige moderne problemen – zoals allergieën en auto-immuunziekten – een gevolg zijn van te weinig contact met een grote biologische diversiteit, en dan vooral met microben. Insecten zouden een rol kunnen spelen bij het binnenbrengen en verspreiden van die diversiteit binnenskamers.”
Bron: Het Nieuwsblad