Fossiele energie komt uit fossiele brandstoffen zoals gas, aardolie, … Dit zijn niet-duurzame energiebronnen. Daarom is er steeds meer aandacht voor hernieuwbare energie. Een overzicht.
1. Fossiele energiebronnen
Er zijn verschillende fossiele brandstoffen. De belangrijkste zijn aardgas, aardolie en steenkool. Dit zijn niet-duurzame energiebronnen. Bij de verbranding hiervan komt er veel CO2 vrij, wat bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Deze grondstoffen raken ook langzamerhand uitgeput. Elke energiebron heeft zijn voor- en nadelen. We lijsten ze voor je op.
2. Hernieuwbare energiebronnen
De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor duurzame energie, een milieuvriendelijke vorm van energie. We onderscheiden voornamelijk vier soorten: biomassa, waterkracht, wind- en zonne-energie. In biomassacentrales wordt organische materialen verbrand, vergist of vergast waarbij er gas vrij komt dat ingezet wordt om groene stroom of groen gas te maken. Bij waterkracht, wind- en zonne-energie worden water, wind en licht omgezet in elektriciteit. Deze bronnen zijn onuitputtelijk.
Verplicht bij nieuwbouw
Ga je bouwen? Volgens de BEN-norm ben je verplicht om minstens 15 kWh/m² uit hernieuwbare bronnen te halen. Je kan op meerdere manieren tegemoetkomen aan dit verplichte aandeel: met PV-panelen, een zonneboiler, warmtepomp, warmtepompboiler, een biomassaketel, aansluiting op een stadsverwarmings- of stadskoelingsnet of participatie in een hernieuwbaar energieproject in je provincie. Welke vorm van hernieuwbare energie kies jij?






