Een kleine tuin groot maken zonder ook maar één centimeter buiten de perceelsgrenzen te kleuren. Het geheim? Perspectief toevoegen aan je tuin: lijnen parallel aan de kijkrichting verlengen de tuin, lijnen dwars op je kijkrichting verbreden hem. Dit soort corrigerende lijnen integreren in je tuin kan op veel verschillende manieren. Tuinexpert Marc Verachtert geeft tien tips.
1. Recht of dwars op de kijkrichting
De meest voor de hand liggende manier om lijnen te trekken, is via terrassen en paden. Planken, ongeacht de soort (hout, composiet, kunststof), maken dat erg duidelijk. Ze zijn lang en smal. Je legt ze bovendien met open voegen naast elkaar. Wijzen die open voegen weg van je huis, dan sturen ze je blik naar achter. Leg je de planken met hun voegen gelijk met de achtergevel van je woning, dan bouw je voor je ogen een rem in. De tuin lijkt korter en breder te zijn. Met tegels en zelfs klinkers en straatstenen kan je net hetzelfde doen. Accentueer hun rechthoekige vorm met duidelijke voegen of ga voor natuursteen, keramische tegels of betonproducten met een duidelijke lijnstructuur.
2. Kijk schuin én verder
Diagonale lijnen werken in de meeste gevallen zelfs nog meer verruimend. Haal er even de stelling van Pythagoras bij en bereken je ‘kijkwinst’: in een rechthoekige driehoek is de som van de kwadraten van de lengtes van de rechthoekszijden gelijk aan het kwadraat van de lengte van de schuine zijde. Voor een tuin met een oppervlakte van 6 bij 6 meter meet de diagonaal bijna 8,5 meter! En, hoewel we het over ‘lijnen’ hebben, echt recht hoeft een lijn niet te zijn om het zicht te sturen. Als het begin- en eindpunt maar ongeveer op de lijn liggen. Tussenin mag het er een beetje bochtig aan toe gaan.
3. Trek een groene lijn
Met een streepje gazon kan je verder borduren op het lijnenspel dat je op je terras in gang hebt gezet. Een strakke, rechthoekige tuin zorgt voor extra perspectief. Dat kan je nog versterken door het gras rondom af te werken met een opvallende maaiboord: een afgewerkte betonboord, een band in cortenstaal of een andere borduur.
Ook door een subtiel hoogteverschil of een minieme versmalling van de tuin versterk je de illusie. Laat je het gazon zelfs maar enkele centimeters per meter oplopen naar achter, dan lijkt het eindpunt verder af. Idem voor het naar achter toe versmallen van gazon of open ruimte. Slechts enkele centimeters, vaak zelfs maar één centimeter per meter volstaat. Overdrijf niet. De vernauwing mag immers niet opvallen, anders oogt ze geforceerd of zelfs als een fout in de aanleg.
4. Kam je gazon
Versterk de lengte- of breedtewerking van het gazon met maailijnen. Denk maar aan de voetbalvelden, waarin duidelijke lijnen of een dambordpatroon is aangebracht. Wat je daarvoor nodig hebt is een kooimessenmaaier. Met een gewone grasmaaier, waarbij het snel ronddraaiende mes het gras afslaat, of met een robotmaaier krijg je dit effect nooit. Een kooimessenmaaier daarentegen ‘knipt’ net als een schaar alle te hoog opstekende grassprietjes af en drukt ze nadien met een rol plat tegen de grond. Vooral dat laatste is belangrijk. Het gras ligt ‘gekamd’, met de sprietjes weg van jou of net naar jou gekeerd.
Lees ook: Stappenplan voor een groener en sterker gazon
5. Laat het water leiden
Wat kan met gras, kan in de meeste gevallen ook met water. Dan hebben we het niet over een tuinvijver, maar over een lang, smal waterkanaal dat het zicht stuurt en tegelijk verschillende delen van de tuin verbindt. Diep hoeft zo’n kanaal niet te zijn. Enkele centimeters water is meer dan voldoende. Het draait voornamelijk om het visuele aspect.
Is je tuin eerder organisch of speels van vorm, laat dan een strak kanaal dwars door de beplanting snijden, of integreer een waterloop die er natuurlijk uitziet, al of niet deels overgroeid met bladplanten. Heb je omwille van kinderen of huisdieren liever geen water in de tuin, dan kan je nog altijd een ‘droge’ beek aanleggen, met rolkeien en grind op een waterdoorlatende ondergrond.
6. Plant modelplanten
Plantenborders en heestergroepen vullen in grotere tuinen vaak ruimte in. In een kleine tuin gebruik je ze als bouwsteen. Voor het creëren van visuele effecten kan je gebruik maken van planten met een duidelijke verticale structuur – de meeste grassen en bamboesoorten – en planten die gaan voor horizontale gelaagdheid – van vaste planten die hun bladeren als bijzettafeltjes omhoog houden tot struiken die hun takken in etages uitplooien. Laat deze planten afhankelijk van het effect dat je wilt creëren een hoofdrol spelen en vul verder aan met minder opvallende exemplaren.
Is er weinig zon in je tuin? Deze planten zijn ideaal voor in de schaduw.
7. Speel met vormen
Zet voor een keer de planten niet in trapvorm – laag vooraan en hoog achteraan – maar schik ze in functie van de zichtlijn die je wilt benadrukken. In V-vorm, bijvoorbeeld, met in het midden bodembedekkers en andere laagblijvende planten, en planten die in de hoogte opklimmen naar de zijkanten toe. Zo creëer je een soort glooiende vallei die door je tuin snijdt.
Nog beter dan een V-vorm is een ruitvorm. Door een ‘dak’ toe te voegen met meerstammige sierstruiken of bomen, trek je de aandacht automatisch naar het middelpunt. Hou de stammen wel vrij van zijtakken, zodat het zicht naar achter niet geblokkeerd wordt en je tuin zijn ruimtelijkheid behoudt. Lukt het niet om dit effect te creëren met planten, zet dan een ‘raam’ in je tuin: een frame of kunstwerk dat als een kader de blik stuurt naar planten of een eindpunt.
8. Een eindeloos einde
Niets mag het zicht naar het eindpunt van je tuin in de weg staan. Hoe en wat dat eindpunt is, bepaal je zelf. Dat kan een spiegel zijn die je zicht nog verder stuurt dan de ruimtelijke grenzen van je tuin en hem dus nog langer laat lijken. Nog een manier om de tuin virtueel verder te laten lopen dan in werkelijkheid mogelijk is, is door de zichtlijn zacht te laten wegplooien achter een scherm van planten. Dat wekt de indruk dat er achter het hoekje nog meer volgt.
9. Geniet van je blikvanger
Tevreden met de oppervlakte van je tuin? Hou het dan op een heus eindpunt, zichtbaar vanop je favoriete zit-, rust- of werkplek. Denk bijvoorbeeld aan een tuinbeeld of ander ornament, een tuinmuur of een haag met daarin een opening die een andere blikvanger omkadert. Maar ook een terras of zithoek is een mooi en tegelijk uitnodigend eindpunt van de tuin. Hou de constructie en inrichting best sober van kleur. Te bont verveelt snel en gaat mogelijk zelfs storen. Breng liever kleur en variatie met kussens of plaids. Een pergola of luifel laat het nog meer in het oog springen.
10. Zet je tuin in de spotlight
Werk je tuin tenslotte af met verlichting, maar hou het ook hier sober. De hoofdrol blijft weggelegd voor de tuin, en vooral voor het zicht naar achter. Kies dus voor sfeerverlichting, vooraan iets zachter dan achteraan. Daarmee creëer je weer extra diepte. Licht bijzondere struiken of bomen op, net als het eindpunt van je tuin. Dat eindpunt mag opvallen, zelfs als het daarbij wat schuilgaat achter een subtiel stammenspel van bomen en struiken.

Met deze rolluiken creëer je een prikkelarme omgeving voor meer rust en comfort
Thuiskomen na een hectische werkdag? Dat doe je liefst in alle rust en comfort.

Verhoog je wooncomfort met dit schuifraam dat design met isolatie combineert
Wil je nieuwe ramen en deuren plaatsen? Aluminium biedt een perfecte combinatie van stijl, veiligheid en comfort.






