Het Vlaams Parlement keurde op 24 januari 2024 het stikstofdecreet goed. En dat is goed nieuws voor wie wil bouwen. We vroegen Marc Dillen, directeur-generaal van Embuild Vlaanderen om een reactie.
Stikstofdecreet is goedgekeurd
“We zijn zeer opgelucht dat het decreet gestemd is”, aldus Marc Dillen. “De bouwsector had nood aan rechtszekerheid. En dat geldt niet enkel voor grote bouwprojecten, maar ook voor kleine projecten.” Zonder een duidelijk stikstofkader zaten heel wat vergunningsprocessen in de gevarenzone. Natuur en groen zijn immers zo verspreid en versplinterd in Vlaanderen dat heel wat bouwplannen kunnen worden geviseerd. Zo werd eind vorig jaar de omgevingsvergunning van een zevental woningen in een woonwijk in Lier nog door een rechter vernietigd. De uitstoot van stikstof tijdens en na de werken was niet onderzocht. “Het klopt dat er stikstof vrijkomt tijdens de bouwwerken door bijvoorbeeld het aan- en afrijden van vrachtwagens (de zogenaamde NOx stikstof, nvdr). Maar dat is maar een tijdelijk probleem. Het is absurd dat een vergunning op basis daarvan wordt vernietigd”, vindt Dillen.
Emissievrije gebouwen
“Vanaf 2025 bouwen we enkel nog emissievrije gebouwen. Een gasaansluiting is dan niet langer een optie. De warmtepomp wordt - en is nu al - de norm bij nieuwbouwwoningen. Op lange termijn is dit alleen maar goed voor de natuur en het klimaat. Het zou dus absurd zijn als vergunningen niet toegekend zouden worden door een tijdelijke emissieverhoging. Zonder definitief stikstofkader zouden er ongetwijfeld meer vonnissen en arresten volgen. Die zouden bouwprojecten en investeringen van particulieren en bedrijven op de helling zetten. Terwijl we net aan de toenemende woonbehoeften moeten kunnen beantwoorden, onze omgeving moeten verduurzamen en de klimaatuitdaging moeten aanpakken”, besluit Dillen.
Embuild Vlaanderen is dus tevreden dat de kogel na drie jaar onderhandelen eindelijk door de kerk is. Maar niet iedereen is gelukkig met de goedkeuring van het stikstofdecreet. De Boerenbond kondigde aan naar het Grondwettelijk Hof te stappen om de nieuwe regelgeving aan te vechten.