Muurisolatie plaatsen

Muurisolatie wordt met spouwankers bevestigd tegen het binnenspouwblad. De isolatieplaten moeten perfect aansluiten om spleten te voorkomen. Je plaatst ze best ook in halfsteenverband zodat de verticale naden verspringen.

Spouwankers

Meestal hebben de spouwankers een kleine druipneus. Deze druipneus moet zich na plaatsing in de restspouw bevinden. In elk geval moeten de spouwhaken naar buiten afhellen. Normaal wordt het spouwanker in de voegen geplaatst en worden ze samen met de stenen vermetseld. Dat is de snelste methode. Je hebt ook haken waarvoor je eerst moet boren om ze nadien in te schroeven. Dat vergt meer tijd, maar het biedt een betere garantie op een juiste plaatsing.

Er bestaan ook spouwhaken met een plug die met behulp van een aangepast handvat ingeslagen worden. De haak is voorzien van een drukschijf die op de isolatie drukt tijdens het inslaan. Het voordeel van dit soort haak is dat je een optimale garantie hebt dat de isolatieplaten vast tegen het binnenspouwblad verankerd zijn. Omdat je later geen toezicht meer hebt op de spouwhaken, gebruik je best roestvrije stalen haken. Let er op dat het isolatiemateriaal niet wordt samengedrukt, want dat vermindert de isolerende eigenschap van het gebruikte materiaal.

Spouw ventileren

Om de spouw te ventileren laat men meestal om de meter een stootvoeg open, zowel onderaan als bovenaan. Bij een muur uit geëmailleerde steen of indien men de muur wil beschilderen, moeten meer stootvoegen opengemaakt worden (één per 40 of 60 cm). Als alternatief voor de open stootvoegen bestaan er ook stootvoegventilatie-roosters. Deze kunnen niet per ongeluk dichtgesmeerd worden en laten geen insecten door.

Plaatsing is belangrijk

Het is belangrijk dat de isolatie goed geplaatst wordt. We moeten echter vaststellen dat daar veel tegen gezondigd wordt. Een goede plaatsing wil zeggen dat je een "continue isolatiemantel" creëert: alle isolatiepanelen moeten goed op mekaar aansluiten; de isolatielaag mag nergens doorbroken worden. Een kleine opening tussen twee panelen kan een enorm warmteverlies tot gevolg hebben.

In dat opzicht moet er ook extra aandacht besteed worden aan een nauw aansluitende isolatie bij plaatsen waar de muur onderbroken is zoals bijvoorbeeld een balkon, draagbalken van vensters, ...

Een andere fout die vaak gemaakt wordt, is dat de isolatie niet overal stevig genoeg tegen het binnenblad werd aangebracht. Na verloop van tijd plooit dat paneel zich naar de buitenmuur zodat er daar wel een wateroverdracht tussen binnen- en buitenmuur kan ontstaan.

Specieresten uit den boze

Omwille van dezelfde reden mogen er geen specieresten in de spouw achterblijven. Er moet ook zoveel mogelijk voor gezorgd worden dat het isolatiemateriaal niet blootgesteld wordt aan vocht. Daarom moet men bij het metselen van het buitenblad zeer goed letten op de vulling van de stootvoegen want de ervaring leert dat slecht gevulde stootvoegen voor een groot stuk verantwoordelijk zijn voor water in de spouw.

Volgorde van isolatiewerken

De ideale manier van werken is eerst het binnenspouwblad helemaal te metselen, dan de isolatie te plaatsen en dan pas de gevelsteen. Op die manier is er een goede controle mogelijk over de correcte plaatsing. Meestal wordt naarmate de binnenmuur vordert het isolatiepaneel ertegen geplaatst en vervolgens het buitenblad. Voordeel van deze methode is wel dat het isolatiemateriaal beter tegen de regen beschermd kan worden tijdens het bouwproces. Denk er echter aan op het einde van de werkdag de muren af te schermen zodat er geen regen aan het isolatiemateriaal kan.

Wanneer je het metselwerk van het binnenspouwblad zichtbaar laat en niet bepleistert, is het aan te raden om het binnenspouwblad aan de buitenzijde te vertinnen. Dat is nodig met het oog op de winddichtheid. Uiterst belangrijk: verkeerde plaatsing kan resulteren in koudebruggen, warmteverliezen, hoger energieverbruik, condensatie, ...