Tuinieren zonder groene vingers? Het kan! Tuinarchitect Ann Muyldermans deelt praktische tips, zoals het gebruik van bloembollen en het aanleggen van een onderhoudsarme bloemenweide. Zo maak je van jouw tuin moeiteloos een succes.
64% vindt tuinieren rustgevend
We weten al langer dat de tuin een positief effect heeft op ons. Een recent onderzoek van Tuinaannemer.be bevestigt dat 8 op de 10 Belgen rust ervaren bij het zien van de tuin. Maar ook zelf met je handen in de aarde wroeten werkt ontspannend. 64% van de ondervraagden gaf aan dat ze tuinieren kalmerend vinden. Er zijn dus heel wat voordelen aan tuinieren, maar wat als je niet geboren bent met groene vingers? Hoe maak je dan van je tuin toch een succes? Tuinarchitect Ann Muyldermans geeft je enkele tips.
Tip 1: welke bodem heb je?
Volgens tuinarchitect Ann is de eerste belangrijke stap ontdekken wat voor soort bodem je hebt. Heb je een zandbodem, eentje uit leem of eerder kleigrond? “Elke bodem heeft zijn specifieke kenmerken. Zo is een kleibodem in de winter erg nat, hou hier rekening mee met je plantenkeuze. Niet elke plant staat graag met natte voeten in de grond.”
Tip 2: welke bodemstructuur is er?
Daarnaast speelt ook de bodemstructuur een rol. “Ik hoor vaak dat mensen zeggen dat er niets groeit in hun tuin, dat alles kapot gaat of dat er natte plekken zijn. Dat is typisch voor tuinen van nieuwbouwprojecten. Over de grond is zeer intensief gereden met zware machines. Door het gewicht verdichten de machines de bodem. Dat zorgt voor een slechte bodemstructuur. Je kan dat oplossen door de bodem los te spitten en terug luchtig te maken. Maar dat doe je best als de bodem uitgedroogd is. Een natte bodem gaan omspitten is nutteloos. Hoe hard je ook popelt om je tuin in orde te hebben: je wacht beter met de tuinaanleg tot je bodem in orde is. Dat bepaalt mee het succes van je tuin.”
Tip 3: hoe is de oriëntatie van je tuin?
Een andere belangrijke factor is de oriëntatie van de tuin. Welke delen van de tuin staan in de zon, welke in de schaduw? “Dat is bepalend voor je plantenkeuze.” Het is wel belangrijk dat als je voor planten gaat shoppen, je je niet te veel laat leiden door wat er dan in bloei staat. “De planten die in bloei staan, zullen ongetwijfeld de aandacht trekken. Maar je koopt best ook planten die op dat moment niet in bloei staan. Ik hoor vaak dat mensen kleur en bloei missen op bepaalde momenten van het jaar. Dat kan je op die manier voorkomen.”
Tip 4: bloembollen voor kleur
Voor wie het hele jaar door kleur wil, zijn bloembollen een goede optie. “Ze vragen het minste werk, maar geven het meeste resultaat. Kies voor bloembollen die je mag laten zitten en die elk jaar spontaan weer uitkomen. Ze fleuren je border en gras meteen op. Want bloembollen in je gras zorgen voor een bijzonder effect. Zo staan krokussen ideaal op je gazon. Het voordeel is dat ze vroeg op het jaar beginnen te bloeien. Tegen dat je de eerste keer je gras moet maaien, zijn ze uitgebloeid. Narcissen in groep geplaatst ogen ook mooi. Die bloeien iets later maar door ze in groep te plaatsen kan je nog rond de bloemen maaien. Alium is een mooie borderplant die veel kleur geeft en lenteklokjes en boshyacinten doen het goed in de schaduw.”
Tip 5: kies voor streekeigen planten
Een andere tip van Ann is om te kiezen voor streekeigen planten. “Kijk zoveel mogelijk naar de natuur rondom je. Planten die in je omgeving niet goed groeien, gaan het ook niet goed doen in jouw tuin. Het loont de moeite niet om grote ingrepen te doen om ze toch te laten groeien. Door de klimaatopwarming denken we dat zuiderse planten ook prima gedijen in onze tuinen. En ja, we hebben soms warme en droge zomers. Maar onze winters zijn veel te nat voor zuiderse planten.” Daar blijf je als beginnende tuinierder beter van af.
Tip 6: leg een moestuin aan
Een trend die Ann wel omarmt is moestuinieren. “Daar hoef je echt geen groene vingers voor te hebben. Aan groenten zoals pompoen en courgette heb je weinig werk voor veel resultaat. Bessenstruiken zijn ook erg toegankelijk, denk aan stekelbes, aalbes of frambozen. Al hou je die laatste best in toom door ze regelmatig te knippen, zodat ze niet gaan woekeren. De blauwe bes is een hype in de supermarkten, maar die hebben een zure bodem nodig. Je plant ze dus beter in een pot waarin je wat turf verwerkt.”
Een moestuin vraagt ook niet extreem veel onderhoud. “Mulch is in een natuurlijke moestuin onmisbaar. Door de plantenbedden het hele jaar door af te dekken met dikke laag mulch (stro, grasmaaisel, hakselhout, bladsnippers, …) moet je niet meer gaan spitten. Bodemorganismen verteren de mulch en zo krijg je meer humus in je bodem. Een humusrijke bodem zorgt voor een luchtige bodemstructuur, is goed voor de planten en zorgt ervoor dat onkruid geen kans krijgt.”
Tip 7: ga voor een bloemenweide
Naast de moestuin zijn ook wilde bloemen zeer toegankelijk volgens Ann. “Vooral jongere mensen houden van het natuurlijke effect van een bloementuin. De combinatie van lang gras en kort gras is een lust voor het oog. Wil je extra vroeg kleur? Plant dan bloembollen tussen de wilde bloemen. Een bloemenweide is ook zeer onderhoudsvriendelijk. Het volstaat om het tweemaal per jaar met een bosmaaier kort te maaien. Het is dan wel belangrijk dat je het maaisel opruimt en afvoert. Een bloemenweide werkt het best op een arme bodem. Laat je het maaisel liggen, dan verrijk je net de bodem.”

Een bureau op zolder? Onderschat het belang van een goed verlichte werkplek niet
De ruimte onder het dak blijft vaak onbenut, terwijl het de ideale plaats is voor een thuiskantoor, ver weg van lawaai en afleiding.

Meer ruimte, meer comfort: breid je woning uit met een prefab aanbouw
Droom je van extra ruimte in je woning, maar zie je op tegen een maandenlange verbouwing met stof en overlast?





