De meeste binnendeuren worden samengesteld rondom een houten kader. Maar hoe werkt dat precies? En welke keuzes kan je hierbij maken? Ontdek het in vijf stappen!
1. Kader samenstellen
De kern van de deur bestaat uit een houten kader (meestal den of grenen) met een vulling. Voor de vulling heb je verschillende opties, met elk een impact op de kwaliteit van de deur:
- Honinggraatkarton: karton dat aan weerszijden is bekleed met een soort vezelplaat. Dit is de meest basic en goedkoopste vulling.
- Tubespaanplaat: deze vulling bestaat uit een spaanplaat met luchtkanalen en is zowat de standaard voor binnendeuren in woningen.
- Massieve spaanplaat: een spaanplaat met een hogere densiteit, zodat de deur betere geschikt is voor veeleisende toepassingen, bijvoorbeeld in scholen.
- Platen van staal of aluminium: vooral interessant voor inbraakwerende deuren en op plaatsen met grote temperatuurwisselingen, zoals tussen de keuken en garage.
2. Bekledingsplaat monteren
3. Eindlaag aanbrengen
Als eindlaag heb je de keuze uit (van goedkoopst naar duurst) melamine, laminaat of fineer. De kwaliteit van de eindlaag verschilt van fabrikant tot fabrikant. Bij verf- of lakdeuren wordt deze stap overgeslagen.
Het kader met de vulling wordt aan weerszijden afgedekt met een bekledingsplaat. Hiervoor gebruikt men meestal hardboard of MDF.
4. Zagen en frezen
Overtollige randen van de eindlaag worden weggezaagd. Gaten voor scharnieren, sloten en beglazing worden aangebracht met een CNC-freesmachine.
5. Afwerken
De deuren worden nog een laatste keer lichtjes opgeschuurd. Sloten en scharnieren worden aangebracht. De deuren zijn nu klaar voor transport.