De verlichting bepaalt voor een groot deel de uitstraling van je interieur. Helaas slorpt het ook een groot deel van je energiebudget op. Dit kan je counteren door de juiste verlichting op de juiste plek te plaatsen.
Een ander punt is dat vele bouwers pas in de laatste fase van hun (ver)bouwproject rekening houden met de verlichting. Fout! Verlichting neem je al vanaf het begin in je bouwplannen op. Raadpleeg zeker je (interieur)architect of laat een ‘lichtplan’ opmaken bij een verlichtingsadviseur. Lees ook Labelwijzer: kleurcodes verlichting.
Deze tips bieden alvast wat licht in de duisternis.
Stap 1: lamptype kiezen
Spaar- en gloeilampen
- Gloeilampen zijn ware energieverslinders. Ze zetten meer dan 90% van de energie die ze verbruiken om in warmte. De resterende 10% is voor licht. Vervang gloeilampen daarom liever door spaarlampen.
- Spaarlampen zijn misschien duurder in prijs, maar leveren snel rendement op. Bovendien gaat een spaarlamp tien tot vijftien keer langer mee en verbruikt ze 5 keer minder energie voor dezelfde hoeveelheid afgegeven licht.
- Waar gloeilampen nog enigszins hun nut kunnen bewijzen, is op plaatsen waar ze niet voor lange tijd moeten branden (bijvoorbeeld het toilet) omdat ze over het algemeen iets beter bestand zijn tegen veel en snel aan- en uitschakelen.
- In de handel heb je verschillende spaarlampen. De minispaarlamp is kleiner van vorm en vooral populair in lusters. Daarnaast is er de meer designvolle lamp die de kaars of het peertje nabootst.
- Tip: let op de hals van de spaarlamp. Als je een peertje vervangt, moet die soms langer smal blijven.
Halogeenlampen
- Halogeenlampen hebben een langere levensduur dan spaarlampen.
- Toch zijn ze allerminst een aanrader. Ze vreten als het ware energie. Het merendeel van de halogeenlampen maakt gebruik van een transformator omdat ze werken op een spanning van minder dan 230 volt.
- Er bestaan ook halogeenlampen op hoogspanning, maar die vormen een minderheid.
TL-lampen
- Op ledverlichting na zijn TL-lampen of fluorescentiebuizen de meest energiezuinige lampen. Nadeel is dat je vereiste armaturen moet aanschaffen die veel plaats innemen.
- TL-lampen hebben de reputatie een kil licht te verspreiden. De huidige generatie buizen, zijn fel verbeterd op dat vlak en hebben een warmere lichtkleur. Kijk op de verpakking naar de lichtkleur van de lampen.
- Op plekken waar het licht lang aanblijft (denk aan de keuken) is een TL-lamp een goede keuze.
- Op plaatsen waar de lamp niet lang aan een stuk brandt (opnieuw geven we als voorbeeld het toilet) is wel de juiste voorschakelapparatuur nodig.
Leds
- Led-verlichting geldt als de meest energiezuinige verlichting die er is. Een voorbeeld: een gloeilamp verbruikt 40 tot 100 watt , een spaarlamp 15 tot 20 watt, een halogeenspot 10 tot 50 watt, leds 0,2 watt tot 5 watt, TL-lampen 8 watt tot 58 watt.
- Leds staan garant voor een lange levensduur (50.000 tot 100.000 branduren) en zijn daardoor (bijna) nooit aan vervanging toe, wat een enorm pluspunt is voor moeilijk bereikbare plaatsen
- Ze zijn zeer compact en sterk en bijgevolg ideaal om in te bouwen en dan vooral in wanden en vloeren.
- De warmteontwikkeling is erg beperkt.
- Leds bieden bovendien een hoge lichtopbrengst per watt.
- Leds produceren licht in diverse verschillende kleuren, zonder gebruik te maken van een kleurfilter.
- Nu zijn er ook leds verkrijgbaar met wit licht. Hierdoor winnen ze aan populariteit als interieurverlichting.
Stap 2: verlichting kamer per kamer kiezen
- Elke kamer heeft zo zijn specifieke eisen op vlak van verlichting. In de ene kamer kunnen TL-lampen wel en in de andere weer niet. Een overzicht:
Woonkamer
- Hier is een goede harmonie tussen diverse vormen van verlichting belangrijk. Zorg voor een evenwichtig geheel van algemeen diffuus (verspreid) licht en accentverlichting.
- Boven de eettafel:
- Luster als algemene verlichting en als sfeerbrenger.
- Andere mogelijkheid: kabelsysteem met halogeenspots (flexibel, maar anderzijds risico op te sterk, gebundeld licht)
- Boven de zithoek:
- Bijkomende luster op gezichtshoogte, plafonnière of inbouwspots, maar let op voor te direct en fel licht.
- Vooral hier zijn dimmers interessant, want je kan de lichtsterkte aanpassen aan de behoeften van het moment.
- Accentverlichting: voldoende accenten leggen maar overdrijf niet.
- Halogeenspots: goede oplossing om een schilderij, mooie kast, opvallend constructie-element, ... extra te belichten. Let op met glazen kaders. Kies een kader met mat glas of pas de invalshoek van de spot aan.
- Staande lampen of wandarmaturen: deze belichten muur en plafond erg sfeervol, maar denk eraan dat zo ook schoonheidsfoutjes als luchtbellen in behangpapier of scheuren in het plafond extra zichtbaar worden.
- Verlichting in een vitrinekast of boekenkast: goedkoop, handig en heel sfeervol.
- Boven de leeshoek: hiervoor zijn er speciale leeslampen. Zorg ervoor dat het licht zijdelings invalt en dat het zeker niet te scherp is. Anders krijg je te grote contrasten, wat irritant is tijdens het lezen.
- TV-hoek: probeer sterke lichtpunten voor de tv zo veel mogelijk te vermijden. Plaats beter een lamp achter de tv. Er zijn tegenwoordig ook tv’s met ingebouwde sfeerverlichting.
Keuken
- Algemene verlichting
- Wordt vaak centraal geplaatst, maar interessanter is om deze evenwijdig met het raam, op 50cm van de buitenmuur te hangen. Zo heb je het licht niet in de rug, als je bijvoorbeeld aan de spoelbak staat.
- Werkbladverlichting
- Positioneer TL-lampen onder wandkasten zo ver mogelijk van de muur weg, op het uiteinde van de wandkast. Dan is de lichtsterkte in het midden van het werkblad het hoogst.
- Verlichting boven kookvlak (vaak geïntegreerd in afzuigkap)
- Kies voor keukenlampen die kleuren zo getrouw mogelijk weergeven.
Badkamer
Hou rekening met de veiligheidsvoorschriften van het AREI (Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties). Plaats spuitwaterdichte armaturen (IP45) en installeer zeker geen verlichting kort bij het bad.
- Algemene verlichting
- Meestal plafonnière; zorg voor een lamp met de juiste kleurweergave.
- Spiegelverlichting
- Halogeenspots boven de spiegel zijn niet interessant. Ze schijnen te fel in het gezicht en zorgen voor felle schaduwen. Beter zijn twee zachte lampen (bijvoorbeeld achter troebel glas) aan weerszijden van de spiegel.
Slaapkamer
- Algemene verlichting in het midden van slaapkamer
- Kies in plaats van directe verlichting boven je bed voor een indirecte oplossing, zoals TL-lampen die je in de gordijnkast of tegen de muur plaatst. Daarmee creëer je een aangenamere sfeer. Zorg alleszins voor een dubbele ontsteking zodat je licht kan aan- of uitdoen vanuit je bed (trekschakelaar) en aan de deur.
- Voetverlichting
- Is altijd handig om de weg naar de deur te vinden zonder dat het storend is voor de partner.
- Leeslampjes
- Bij voorkeur centraal boven het bed monteren en naar buiten richten, zodat ze de andere persoon minder hinderen.
Kinderkamers
Denk er aan dat de kinderkamer later zal evolueren naar studeerkamer en hobbykamer. Plaats voldoende lichtpunten en stopcontacten.
Hal en trappenhal
- Zorg voor zeer goede algemene verlichting van de trappenhal waarbij elke doorgang en trede goed verlicht wordt.
- Hang eventuele wandlichten hoog genoeg zodat ze niet in je ogen schijnen tijdens het afdalen van de trap. Dit probleem kan je ook oplossen met een gesloten armatuur.
- Plaats de lichtschakelaar op een gemakkelijk bereikbare plaats: in de hal en de trappenhal is een schakelaar met veiligheidslampje erg interessant.
- Voetverlichting: om ’s nachts veilig de trap af te dalen.
Werkkamers
Zorg voor een degelijke algemene verlichting (meestal TL-lamp) in combinatie met een richtbare lamp boven werkvlak.
Bureau
- Vul degelijke algemene verlichting aan met verlichting boven bureau.
- Plaats de bureaulamp rechts voor linkshandigen en links voor rechtshandigen.
- De bureaulamp mag geen te sterk licht produceren om felle contrasten te vermijden.
- Vermijd reflectie op het computerscherm.
- Interessant alternatief voor bureaulamp: lange buislamp die je boven de bureautafel hangt. De lamp staat nooit in de weg en het gevaar van reflecties wordt nihil.
Kelder
- Verlicht de keldertrap van boven tot onder goed.
- Bevestig TL-lampen aan het plafond en dit evenwijdig met de rekken.
- Best plaats je een schakelaar bovenaan de deur en onder in de kelder. Dan kunnen familieleden je niet ongewild zonder licht zetten.
Garage
- Hier kiest men vaak voor TL-lampen.
- Zorg voor een goede spreiding van de lichtpunten anders heb je een donkere ruimte links en rechts van de auto. Met andere woorden: twee enkele Tl-lampen evenwijdig met de wagen is beter dan een dubbele lamp in het midden.