Lambda, U-waarde, warmteweerstand, … isolatiegerelateerde termen zijn vaak technisch en ondoorzichtig. Nochtans is een basiskennis mooi meegenomen als je bijvoorbeeld je dak wil na-isoleren of als je de verschillende muurisolaties tegen elkaar moet afwegen.
Isolatie vormt een buffer tussen het buitenklimaat en die leefruimtes waar je een binnenklimaat wil handhaven. Het houdt in de winter de koude buiten en de warmte binnen. In welke mate een materiaal buffert, wordt uitgedrukt door de lambda-waarde.
Lambda: hoe goed isoleert een materiaal?
Deze lambda-waarde duidt de warmtegeleidbaarheid aan: hoe goed of slecht geleidt een bepaald materiaal warmte? Hoe hoger deze waarde, hoe beter de geleiding. Een materiaal als koper bijvoorbeeld is een goede geleider en heeft dus een hoge lambda-waarde.
Isolatiemateriaal moet echter het tegenovergestelde doen. Je wil immers een thermische muur opwerpen, een buffer die geen krimp geeft als het buiten - 10° C is en binnen 20°C. Isolatiematerialen hebben dus typisch een lage lambda-waarde. Want hoe minder het geleidt, hoe beter het isoleert.
Materiaal | Lambda-waarde (W/mK) |
---|---|
Koper | 380 |
Staal | 50 |
Gewapend beton | 1,7 |
Kurk | 0,050 |
Minerale wol | 0,040 |
PUR | 0,030 |
Deze waardes kunnen verschillen van fabrikant tot fabrikant en van merk tot merk. Wij kiezen hier voor een 'rond' getal om makkelijk mee te rekenen.
R-waarde: warmteweerstand
De warmteweerstand R drukt uit in welke mate warmte weerstand ondervindt om door een materiaallaag heen te raken. Of korter: de R-waarde geeft aan hoe goed een bepaalde laag isoleert. Welke factoren zijn hiervoor bepalend? Enerzijds natuurlijk de lambda-waarde van het isolatiemateriaal. Anderzijds ook hoeveel - hoe dik - je isoleert.
R = d / lambda
De formule om R te berekenen is R = d / lambda. De redenering achter deze formule is simpel: de isolerende capaciteit van een bepaalde materiaallaag is afhankelijk van én hoe dik (d) je isoleert én hoe goed het materiaal zelf isoleert (lambda). Hoe hoger het getal, hoe meer weerstand en hoe beter de laag in kwestie dus isoleert.
Zelf de R-waarde berekenen
Met deze formule kan je onder andere zelf nagaan of je bijvoorbeeld in aanmerking komt voor een premie voor de na-isolatie van je dak. De Vlaamse Overheid keert immers enkel premies uit als je dak minimaal een R-waarde van 3,5 (dit was zo op het moment van schrijven: 03/05/2012) heeft. De gedachte hierachter? Als je toch isoleert, moet je het meteen goed doen.
Rekenvoorbeeld
Vraag: geraak je met 10 cm minerale wol aan de vooropgestelde R-waarde 3,5 voor je dak? We nemen de formule van daarnet er even bij: R = d / lambda. De dikte is uitgedrukt in meter, dus 10 cm wordt 0,1. De lambda is 0,040. Met deze waardes klok je dus af op 0,1 / 0,040 = 2,5. Te laag dus.
Maar op hoeveel centimeter moet je dan minimaal mikken? Aangezien we de R en lambda kennen, maar de dikte niet, vormen we de formule om: d = lambda x R. Dus d = 0,040 x 3,5 = 0,14 m. 14 cm dus.
Zelf aan de slag
Twee om het af te leren: wat is de warmteweerstand R van 15 cm kurk en 10 cm PUR? De antwoorden vind je onderaan*.
U-waarde: hoe goed isoleert een constructieonderdeel?
De laatste term die je zeker moet kennen, is de U-waarde. De U-waarde van een constructieonderdeel geeft aan hoeveel warmte er per seconde en per vierkante meter verloren gaat langs een constructieonderdeel bij een temperatuurverschil van 1°C tussen binnen en buiten. Korter: hoeveel warmte gaat er bijvoorbeeld langs je beglazing verloren als het binnen 20° C en buiten 19°C is. De formule? U = 1 / R.
En toen werd het complex...
Maar wat is dan precies het verschil tussen U en R? En waarom moet die U er eigenlijk zijn? Omdat R voor één laag geldt en U een manier is om de isolerende waardes van verschillende lagen samen te brengen. Want de isolerende waarde van een muur is meer dan enkel de isolerende capaciteit van je isolatie. Ook je baksteen doet mee. Idem voor je snelbouwsteen en de luchtspouw. Zelfs je pleisterlaag heeft een beperkt aandeel in het isolerende plaatje. Om al die R's mee te rekenen, wordt er gewerkt met U. En die aparte R'en zijn telkens d / lambda. Veel rekenplezier...
Samenvattend
- De lambda-waarde van een materiaal geeft aan hoe goed het isoleert. Hoe lager de lambda, hoe beter het isoleert.
- R = d / lambda. De weerstand die warmte zal ondervinden om door een laag te dringen hangt af van hoe dik je isoleert en hoe goed het materiaal isoleert. Hoe hoger de R, hoe beter.
- U = 1 / R. Met de warmtedoorgangscoëfficiënt U kunnen we de verschillende R'en in rekening brengen. Een muur bestaat bijvoorbeeld uit baksteen, isolatiemateriaal, een luchtspouw... elk met hun eigen R. Een raam bestaat niet alleen uit beglazing, maar ook uit het profiel, elk met een aparte R. Hoe lager de U, hoe beter.
* De antwoorden: 3 en 3,3.