We verbruiken vandaag slechts een derde van onze zelf opgewekte zonnestroom. De rest zetten we ‘gratis’ terug op het elektriciteitsnet. Met de komst van de slimme meter valt die gratis-factor straks weg. “En dan wordt een huisbatterij enorm interessant”, voorspelt Dirk Coenen van Viessmann. De PV-specialist legt uit waarom we op een kantelpunt staan én waarom we maar beter onze zonnepanelen van plaats wisselen.
Hoe werkt het vandaag?
Voorlopig registreert een analoge, terugdraaiende teller ons elektriciteitsverbruik. Gebruik je stroom van het net, dan klimt de teller. Stuur je stroom terug het net op, dan dalen je verbruikscijfers. Dat laatste is het geval voor gezinnen met PV-panelen. Zij kunnen enkel hun zonnestroom gebruiken wanneer de zon het meest actief is, overdag dus. Het onaangeroerde deel vloeit richting elektriciteitsnet.
Het grote voordeel van de terugdraaiende teller? Je netbeheerder betaalt evenveel voor jouw stroom als omgekeerd, bijvoorbeeld 30 cent per kWh. Het net werkt dus eigenlijk als een gratis batterij. Jij plaatst namelijk jouw overschot aan zonnestroom op het net en haalt die voor dezelfde prijs er weer af.
Gedaan met de gratis batterij
Vanaf 2020 is dit principe verleden tijd. “Koop je voordien een PV-installatie en wordt die aan een slimme meter gekoppeld, dan wordt je meter nog 15 jaar lang als een terugdraaiende meter gefactureerd. Althans volgens het wetsontwerp dat momenteel op tafel ligt. Wordt je PV-installatie na 1 januari 2020 gekeurd? Dan hangt ze vast aan de digitale, slimme meter die een intelligent tarief hanteert. De stroom die je dan van het net haalt, kost nog altijd 30 cent, maar jij krijgt amper 5 à 6 cent terug voor de stroom die je op het net plaatst.”
“Met andere woorden: hoe meer stroom jij het net op stuurt, hoe meer verlies je maakt”, waarschuwt Dirk Coenen. “Voor die gezinnen wordt het heel belangrijk om zoveel mogelijk zonnestroom zelf te gebruiken. Daarom verwacht ik dat batterijen de komende jaren een sterke opmars zullen kennen.”
“Oost én west ideale richting voor je zonnepanelen”
Coenen heeft alvast één goede raad voor wie vandaag bouwt of zonnepanelen plaatst. “Richt je zonnepanelen op het oosten én op het westen. Zeker met het oog op de slimme meter.” Hij verklaart zijn redenering als volgt:
- “Zuidgerichte panelen halen hun toprendement rond het middaguur. Meestal is er dan het minst activiteit in huis en gaat veel van je energie terug naar het net. Geen probleem met de terugdraaiende teller – denk aan de gratis batterij – wel als je onder het regime van de slimme meter valt. ’s Morgens en ’s avonds, wanneer je het meest verbruikt, moet je dan weer een deel stroom van het net kopen.”
- “Een combinatie van oost- en westgerichte panelen is rendabeler, want ze vangen een groot deel van je dagelijkse energiepieken op: ’s morgens doen je oostelijke panelen het werk, ’s avonds de westelijke. Je gebruikt je zonnepanelen optimaal én hebt dus minder netstroom nodig om je pieken op te vangen. Bovendien kom je toe met een minder zware omvormer, waardoor je jaarlijks honderden euro’s minder prosumententarief betaalt.”
Een combinatie van oost-westgeoriënteerde panelen en een thuisbatterij is volgens Dirk Coenen de beste oplossing om zoveel mogelijk van je zonne-energie zelf te gebruiken. “Je hebt het net niet meer nodig om je verbruikspieken op te vangen. En je overschot sla je op voor de rest van de dag of de dag nadien. We gebruiken nu gemiddeld 30% van onze zonnepanelen. Met een batterij en betere oriëntatie van je zonnepanelen stijgt dit aandeel naar 60 à 70%. Met intelligente sturing mikken we zelfs op 80%.
Subsidie
Coenen volgt de ontwikkelingen alvast op de voet. “Bij Viessmann begonnen we zo’n zeven à acht jaar geleden met batterijsystemen. Tot drie jaar terug leek dit nog verre toekomstmuziek in ons land, maar met de ontwikkelingen rond de slimme meter kwam alles in een stroomversnelling terecht.”
“Het enige dat ontbreekt, is een financiële duw in de rug, want de kostprijs ligt nog wat aan de hoge kant. Nu verdien je een batterij terug op twintig jaar, even lang als haar levensduur. Met een subsidie zou dat zeven à acht jaar kunnen worden. Enorm interessant dus.”
Vier tips voor potentiële kopers
Overweeg je om de stap te zetten en de investering te wagen? Dan heeft Coenen nog een aantal tips klaar, zodat je het maximum haalt uit je energieopslag:
- Koop niet te klein: een gemiddeld gezin heeft een batterij nodig van 5 à 6 kWh. Hiermee sla je gemakkelijk twee dagen lang noodstroom op. Een grote villa gaat al richting 10 à 12 kWh.
- Kies voor ervaring: ga voor een merk dat zowel in zonnepalen als in batterijen actief is, zij leggen je ook meestal betere garanties voor.
- Leg niet te veel zonnepanelen: zeker niet als je een slimme meter hebt. Dimensioneer je installatie voldoende. Breid alleen uit indien nodig, bijvoorbeeld bij de aankoop van een elektrische wagen.
- Heb je geen zonnepanelen? Ook dan is een batterij handig. Zo kan je overdag energie verbruiken die je aan nachttarief aankocht. Bovendien kan je een batterij overal mee naartoe verhuizen en op een nieuw systeem aansluiten.
Lees ook:
- Hoe zien de zonnepanelen van de toekomst eruit?
- OPINIE: "Slimme meter is helemaal niet slim"