Experts zijn het erover eens: onze samenleving staat aan de vooravond van een energietransitie. We ruilen fossiele brandstoffen dus langzaam in voor duurzame energiebronnen en -dragers. De bekendste daarvan zijn al doorgedrongen tot in je huiskamer: wind-, water- en vooral zonne-energie. En waarschijnlijk heb je ook al gehoord van die andere veelbelovende energiedrager: waterstof. Staat er binnenkort dan een waterstofketel in je berging?
Eerst en vooral: wat is waterstof eigenlijk precies? De naam is een beetje misleidend, maar net als aard-, groen en biogas is waterstof een gas. Het grote verschil met andere gassen, en bijvoorbeeld ook wind- en zonne-energie, is dat waterstof geen energiebron is, maar een energiedrager. Daardoor kan je uit waterstof niet alleen energie halen, maar die ook opslaan, bewaren en verbranden. Net als bij andere gassen dus.
Combineren met duurzame elektriciteit
Waarom waterstof een belangrijke rol kan spelen in de toekomst? Dankzij een speciale techniek kan je water splitsen in zuurstof en waterstof. Daar komt geen schadelijke uitstoot aan te pas, maar het kost wel veel elektriciteit. Als je die splitsing aandrijft met elektriciteit uit duurzame energiebronnen, zoals zonne- of windenergie, is waterstof een interessant alternatief voor fossiele brandstoffen.
Verwarm je je woning alleen maar met waterstof? Dan is water het enige restproduct dat je verwarmingsketel produceert. Er komt dus geen CO2-uitstoot aan te pas. Bovendien is waterstof makkelijk op te slaan en te transporteren. Door al die troeven kan het net als zonnepanelen, windmolens en warmtepompen een belangrijke rol spelen in een toekomst waarin we milieuvriendelijk energie verbruiken.
Uitdagingen
Toch is een massale overstap op waterstof nog niet voor morgen. Er staan namelijk nog een aantal uitdagingen te wachten. Om op grote schaal woningen met waterstof te verwarmen, moeten we er bijvoorbeeld heel wat meer van produceren dan we nu doen. Ook is het gasnetwerk in België momenteel niet geschikt om waterstof te transporteren. Al is in Nederland al gebleken dat de netbeheerders vrij makkelijk de nodige aanpassingswerken kunnen uitvoeren. En je traditionele centrale verwarmingsketel kan dan wel geen waterstof verbranden, er bestaan ondertussen ook ketels waar je dat wél mee kan doen.
Proefproject
Verschillende verwarmingsproducenten zien het potentieel van waterstof als duurzame verwarmingsmethode. Zo heeft Remeha bijvoorbeeld de allereerste waterstofketel ontwikkeld en er een proefproject mee opgestart in een wijk in Rotterdam. “Als we onze woningen meer verwarmen met waterstof, zetten we een grote stap richting het behalen van de Europese klimaatdoelstellingen”, zegt managing director Christophe Leroy van Remeha Belgium. “Zelfs door in een geschikte ketel 20% waterstofgas aan je aardgas toe te voegen, kan je je CO2-uitstoot al met 8% verminderen.“
Eerste stap
Wil je volledig op waterstof verwarmen? Dan is er enorm veel groene stroom nodig. Daarom lijkt het voor Remeha op korte termijn een realistische tussenstap om te verwarmen met 20% waterstof en 80% aardgas. Christophe Leroy: “De techniek en toestellen bestaan. Het proefproject en onze eerste waterstofketel zijn pas de eerste stap naar verwarmen met groen gas. Het zorgt wel voor een aanzet om oudere ketels te laten vervangen, waardoor er een mentaliteitsverandering kan optreden. Daarom denk ik dat het tijd is om samen met vakorganisaties te bekijken hoe we de mogelijkheden van deze technologie concreet in het Belgische energiebeleid kunnen integreren.”
Signaal nodig
Ook verwarmingsfabrikant Viessmann ziet een grote toekomst weggelegd voor waterstof als verwarmingsmethode. “We hebben al verwarmingsketels ontwikkeld die tot 25% waterstof en biogassoorten aanvaarden”, zegt CEO van Viessmann Belgium Patrick O. “Wij zijn niet alleen klaar om met verschillende soorten gas te werken, die mengelingen zijn ook gewoon nodig. Onze tests verlopen probleemloos. Waterstof kan zeker doorbreken bij het grote publiek als duurzame energiebron. We hebben alleen nog een plan en signaal nodig vanuit de overheid om te weten welke richting we de komende 30 jaar uit kunnen gaan.”
Lees ook: