Een inloopdouche is uit een moderne, hedendaagse badkamer nog amper weg te denken. Behalve het stijlaspect spelen ook het onderhouds- en gebruiksgemak een belangrijke rol in de populariteit ervan. Maar hoe kan je in je badkamer zelf een inloopdouche plaatsen? Met dit stappenplan krijg je het voor elkaar!
1. Waar je inloopdouche plaatsen?
De beste manier om een inloopdouche te plaatsen, hangt deels van je beginsituatie af. Werk je aan de badkamer van een nieuwbouw? Zorg dat je al weet waar je je inloopdouche wil plaatsen wanneer de loodgieter de leidingen, waterpunten en afvoeren komt installeren. Zo vermijd je achteraf een extra kost om ze te laten verplaatsen.
Renoveer je je hele badkamer of vervang je alleen je bestaande bad of douche? Dan kan je ervoor kiezen om je huidige vloer (gedeeltelijk) te hergebruiken of die volledig uit te breken. Controleer of de chapelaag nog geschikt is om op verder te bouwen zodra je je oude douche of bad en eventueel de tegels errond hebt weggehaald. Zijn je afvoeren en leidingen al geïnstalleerd en aangepast aan je nieuwe inloopdouche? Dan kan het echte werk beginnen!
Tip: Heb je geen zin om de hele vloer uit te breken, maar zijn je oude badkamertegels niet meer verkrijgbaar? Ga voor een volledig andere betegeling in je inloopdouche en creëer zo een stijlvol contrast.
2. Maak de leidingen klaar
In je inloopdouche is een goede afwatering essentieel. Om een inloopdouche correct te plaatsen, moet de ondervloer genoeg afhellen naar de douchegoot of afvoer, en dat vanuit beide kanten.
Zowel door een paar spieën op de draagbalken van je vloerconstructie vast te maken als door een tweede, hogere draagbalk te gebruiken, kan je de nodige helling creëren. Voor de aansluiting op je afvoerleiding gebruik je het best een flexibele pvc-buis. Het grote voordeel van zo’n buis is dat je die makkelijk in bochten kan wringen en in alle hoeken kan plooien. Sluit op het uiteinde ervan eventueel een extra flexibele mof aan. Zo maak je het jezelf makkelijker om achteraf de douchegoot in je badkamervloer te plaatsen.
3. Werk de ondervloer af
Liggen alle leidingen helemaal klaar? Dan kan je de vloer van je inloopdouche plaatsen. Vergeet daarbij zeker niet om wat plaats te laten voor je douchegoot of afvoer. Je kan zelf kiezen welke soort afvoer je wil.
Heb je de draagbalken van voldoende helling voorzien? Maak er dan vochtbestendige matten op vast. Die fungeren als dragende ondervloer waarop je bovendien makkelijk met wand- en vloertegels kan werken. De tegels die je hebt gekozen, mag je er zelfs rechtsreeks op plaatsen. Met speciale tegellijm of flexlijm maak je ze naar behoren vast. Hetzelfde geldt om de matten aan de draagbalken vast te hechten.
4. Plaats de tegels of douchebak
Heb je de ondervloer afgewerkt? Plaats dan eerst je tegels of eventueel de douchebak voor je aan de muurafwerking begint. Anders kan dat problemen met je afwatering opleveren.
De tegels kan je in het juiste formaat snijden met een tegelsnijder of ander geschikt gereedschap. Je mag de tegels meteen op de dragende ondervloer plaatsen zonder daar eerst een primer voor te gebruiken. Hoewel je amper risico loopt op tegelbarsten, is het toch een aanrader ze vast te maken met flexibele tegellijm. Door de wisselende temperaturen in je badkamer kunnen je wand- en vloertegels namelijk uitzetten en krimpen. Door flexlijm te gebruiken, neutraliseer je dat effect.
Tip: Ga je voor een douchebak? Lees hier de voor- en nadelen van de verschillende materiaalsoorten.
5. Laat je vloer rusten voor je begint te voegen
Laat je nieuwe vloer eerst nog 24 uur rusten voor je erop loopt. Vanaf dan kan je ook beginnen voegen. De meeste tegelnaden kan je dichten met voegmortel.
Tussen verschillende soorten materialen en hoekvoegen is het beter om een flexibel voegsel te gebruiken. Met het flexibele materiaal dicht je ook het best de eventuele ruimte tussen je nieuwe en originele tegelvloer. Voor de voegen tussen je muur en vloer en die tussen je vloertegels en de afvoer is het dan weer aangewezen om met silicone of polymeerkit te werken. Gewone voegmortel kan op die plaatsen loskomen, waardoor er water doorheen komt. Zorg wel dat je je vloer hebt schoongemaakt en alle restjes voegmortel zijn verdwenen voor je daaraan begint.
6. Plaats de douchewanden en installeer de kranen
Net als vloeren bestaan ook douchewanden in alle soorten en maten. Waterbestendige platen van beton of natuursteen, glazen wanden of tegels,… je kan het zo gek niet bedenken. Ga je voor wandtegels? Hou er dan wel rekening mee dat de voegen vocht absorberen en er zo op termijn schimmel kan ontstaan. Gebruik in ieder geval een tegellijm die waterbestendig is.
Voor een extra moderne toets in je badkamer zijn glaswanden ideaal. Die doen je badkamer bovendien een pak ruimer lijken. Om je van privacy te verzekeren, kan je voor speciale glassoorten of afwerkingen kiezen. Om je douchewanden en -kranen te installeren, volstaat het in principe om de instructies van de fabrikant op te volgen.
Opgelet: Regen- en plafonddouches met watervalfunctie leveren meer spatwater op dan traditionele exemplaren. Met bredere douchewanden vermijd je een natte badkamervloer. Vergeet ook niet om je glazen wanden na het douchen proper te maken met een aftrekker. Zo ga je kalkvorming tegen. Of kies eventueel voor glazen wanden met een antikalklaag.
Wil je ook een inloopdouche plaatsen? Lees hier onze 15 tips voor een perfect resultaat.

Een bureau op zolder inrichten? Tips voor een goed verlichte werkplek!
De ruimte onder het dak blijft vaak onbenut, terwijl het de ideale plaats is voor een thuiskantoor, ver weg van lawaai en afleiding.





