Ruim 75% van het energieverbruik van de Vlaamse huishoudens gaat jaarlijks naar verwarming en warm water. Indrukwekkende cijfers. Een interessante piste om onze warmtevraag te verduurzamen op collectief niveau is de uitrol van een warmtenet. We polsen naar de mogelijkheden en uitdagingen bij REScoop-bestuurder Jan De Pauw en BeauVent-projectingenieurs Jeroen Soenens en Bram Pauwels.
Waarom moeten we collectief verwarmen?
Vlaamse gezinnen benutten gemiddeld twee derde van het totale jaarlijkse energieverbruik voor ruimteverwarming en sanitair warm water. Daarvoor gebruiken we doorgaans gas of stookolie. De uitdaging van het klimaatakkoord van Parijs om 40% van onze gebouwen tegen 2030 niet langer met stookolie of gas te verwarmen, is dus bijzonder groot. Hoog tijd om over te schakelen op klimaatneutrale alternatieven. Warmtenetten zijn dan een mogelijke en interessante oplossing.
Welke rol kan een warmtenet spelen?
“Een warmtenet is in feite een centrale verwarming voor een hele wijk of stad. De warmtebron wordt via een ondergrondse circulatieleiding verbonden met ziekenhuizen, appartementen, kantoorgebouwen of gezinswoningen. Ze leveren warm water voor zowel verwarming als sanitair”, zegt REScoop-bestuurder Jan De Pauw. Een warmtenet is dus een collectieve verwarming op wijk- of gemeenteniveau waar huishoudens, kantoren, scholen en andere warmteafnemers zich op kunnen aansluiten. De ene buis voert de warmte aan, terwijl de andere het afgekoelde water terugvoert.
Hoe werken warmtenetten?
Warmtenetten voeden zich doorgaans met de restwarmte afkomstig van verbrandingsovens of lokale bedrijven. Ook een biogascentrale waar landbouwafval vergist wordt, kan warmte produceren om het net te voeden. Een zonneboiler, houtsnipperketel of industriële warmtepomp zijn even goed inzetbaar. De schaalvoordelen zorgen dat het gebruik van deze duurzame warmtebronnen voldoende efficiënt verloopt. Ook de verdeling van de investeringskost over een groter aantal verbruikers speelt in het voordeel van deze gemeenschappelijke verwarmingsmethode.
Waar verwarmt men al collectief?
De energiecoöperatie BeauVent cvba heeft in Oostende een warmtenet aangelegd. “We mikken in eerste instantie op de grote warmteafnemers in de buurt zoals lokale bedrijven, het ziekenhuis AZ Damiaan. Daarnaast sluiten we ook kleinere klanten aan die ’s winters een grote warmtevraag hebben. Denk bijvoorbeeld aan scholen, kantoren en appartementsblokken. De restwarmte halen we uit de verbrandingsoven van de lokale afvalintercommunale IVOO. In feite verwarmen we Oostende dus met onze eigen vuilniszakken. Lokaler dan dit kan het volgens ons niet worden. Het warmtenet voert warm water van 90 à 95 °C aan dat afkoelt tot 60 à 70 °C,” verduidelijken Bram Pauwels en Jeroen Soenens.
“We proberen met dit project ook andere centrumsteden uit te dagen om een warmtenet uit te rollen of uit te breiden. Tegen 2050 moeten we immers nog heel wat warmte weten te verduurzamen. De aansluiting op een collectief warmtenet kan echter een wereld van verschil maken. Het primaire doel van de coöperatie is namelijk om de energiefactuur te verlagen. Wie minder wil betalen, kan aankloppen bij de energiecoöperaties.”
Is het warmtenet de verwarmingsmethode van de toekomst?
Dat het warmtenet een van de aangewezen methodes is om de toenemende warmtevraag te verduurzamen, staat buiten kijf. “We doen iets nuttigs met de restwarmte die bedrijven en verbrandingsovens produceren. Deze restwarmte is vaak afkomstig uit niet-duurzame bronnen maar kunnen we wel inzetten om te besparen op CO2-uitstoot en om de energievraag van de consumenten in te vullen. We stellen die warmte namelijk ter beschikking van mensen die ze vervolgens benutten om hun woningen en gebouwen te verwarmen”, besluit Jan De Pauw. Zeker voor het bestaande woningpatrimonium zijn warmtenetten een aanlokkelijke oplossing om het warmtegebruik te vergroenen.
Wat is het financieel voordeel van collectief verwarmen?
Bram Pauwels en Jeroen Soenens: “Bestaande gebouwen kunnen na de aansluiting direct hun warmte van het warmtenet aftappen, wat hen een aantrekkelijk financieel voordeel biedt. Nieuwbouwwoningen vragen een doordacht businessplan, gezien er meer tijd verstrijkt tussen de aansluiting van het warmtenet en de eerste warmte-afname. De typisch Vlaamse versnipperde bebouwing is minder aantrekkelijk om een collectief warmtenet op neer te poten. De warmte die binnen het net circuleert, gaat namelijk verloren door de grote afstanden tussen de woningen.” Toch zou afstand geen probleem mogen vormen.
In samenwerking met VIBE
Bron: Ik ga Bouwen