Momenteel ligt er een waterstofnetwerk van 600 km onder onze Belgische voeten. Met de waterstofwet ambieert ons land om de draaischijf te worden voor het transport van waterstof. Maar is waterstof het aardgas van de toekomst en kan het dienstdoen voor onze verwarming? We vroegen het aan energie-expert Pieter Vingerhoets van VITO/EnergyVille.
Waterstof als oplossing voor verwarming?
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat in 2050 7 miljoen woningen en 1 miljoen gebouwen van het aardgas af moeten. Momenteel worden er verschillende oplossingen naar voren geschoven. Waterstof is er ook eentje van. Maar is waterstof wel een goed alternatief voor het verwarmen van onze woningen? Volgens energie-expert Pieter Vingerhoets absoluut niet. “Waterstof is gewoon te duur. Het zal nooit goedkoop genoeg zijn om er onze huizen op een duurzame manier mee te verwarmen.”
Waterstof waardevoller dan aardgas
Vingerhoets: “Vandaag de dag wordt waterstof geproduceerd met fossiele brandstoffen. Tijdens deze productie komen er broeikasgassen vrij. We spreken hier over grijze waterstof. Je hebt er aardgas voor nodig én je stoot veel CO2 uit. Dat maakt dat grijze waterstof momenteel waardevoller is dan aardgas. Er zijn proefprojecten waarbij men waterstof door het bestaande aardgasnet jaagt (in het Nederlandse Lochem worden twaalf bewoonde woningen verwarmd met waterstof via het bestaande aardgasnet, nvdr). Technisch is dat mogelijk, maar eigenlijk is het geen goed idee. Warmtepompen zijn meer dan vier keer zo efficiënt dan verwarmen op aardgas.”
Waterstof duurzaam produceren
Vingerhoets: “Naast de productie met aardgas zijn er nog andere manieren om waterstof te produceren. Zo heb je bijvoorbeeld blauwe waterstof. Die lijkt op grijze waterstof, alleen wordt de CO2 die vrijkomt door de verbranding ondergronds opgeslagen. En uiteindelijk heb je groene waterstof, geproduceerd door elektriciteit van hernieuwbare bronnen. Bij deze toepassing splits je waterstof door elektrolyse. Bij dit proces komt er dus geen CO2 vrij. Op het vlak van emissie scoort groene waterstof dus goed. Maar deze toepassing houdt geen rekening met de elektriciteit die ervoor nodig is. Elektriciteit die we nodig hebben voor het opladen van elektrische wagens, warmtepompen, enzovoort. Waterstof is de champagne van de energietransitie. Je kan met waterstof van alles doen, maar het blijft duur.”
Waarvoor kan waterstof wel gebruikt worden?
Vingerhoets: “Waterstof kan prima ingezet worden bij industriële processen. Denk maar aan de chemie voor het maken van ammoniak, in olieraffinaderijen en voor het produceren van staal. Wat transport betreft zal het meeste vervoer over de weg elektrisch kunnen. Een elektromotor is nu eenmaal 2,5 keer efficiënter dan een verbrandingsmotor. Dus alles wat lokaal zwaar vervoer is en waarbij je de oplaadmomenten kan plannen, kan elektrisch."
"Er zijn wel een aantal nichetoepassingen waarbij waterstof interessant kan zijn. Bijvoorbeeld werfverkeer of sneeuwruimers, kortom applicaties die in bepaalde omstandigheden moeten werken. Ook in de luchtvaart en de lange-afstands scheepvaart kan er een afgeleide van waterstof gebruikt worden. Maar mijn mantra blijft wel: elektrisch als het kan, waterstof als het moet.”
Verwarming in de toekomst
Vingerhoets: “Voor het verwarmen van onze huizen geloof ik niet in een waterstofnet, maar wel in een warmtenet. Zeker in combinatie met warmtepompen. Dat is pas energie-efficiëntie. Daar waar de vraag groot is en er restwarmte is, zijn warmtenetten ideaal. Die restwarmte kan komen van waterzuiveringsstations, koelhuizen… Ook in de industrie is er heel veel warmte over, die je dankzij de aanleg van een warmtenet kan benutten. Maar de afstand die de warmte moet afleggen, moet wel beperkt blijven. Anders verlies je te veel warmte."
"Denemarken is koploper op het gebied van warmtenetten. Maar liefst 2 op de 3 woningen zijn daar aangesloten op een warmtenet. Hoofdstad Kopenhagen doet het nog beter: 98% van de stad wordt daar van warmte voorzien dankzij een warmtenet. Ook in eigen land zijn er concrete plannen. Zo zou Antwerpen tegen 2050 zijn eigen warmtenet hebben. En wat met kleine residentiële straten? Daar bieden individuele warmtepompen de oplossing en bijvoorbeeld een warmtenet op elke hoek van de straat.”
Wat met de energiedoelstellingen van 2030?
Vingerhoets: “2030 is eigenlijk morgen. Als we kijken naar de voorbije 10 jaar, dan zitten we nog steeds ver van onze doelstellingen. De elektrificatieshift moet er zo snel mogelijk komen en we moeten de komende jaren volop inzetten op hernieuwbare bronnen en de bijbehorende netinfrastructuur. In België hebben we 100 gigawatt aan PV-potentieel en momenteel zitten we nog maar aan 5 gigawatt. Tegen 2030 zou de productie van windenergie moeten verdubbelen en van zonne-energie vervierdubbelen. Ondertussen is de vergunningsprocedure voor zonnedaken en windparken versoepeld, maar er is nog een lange weg te gaan. In de modellen worden de doelstellingen gehaald en technisch kan het, maar er zijn natuurlijk beperkingen en die zorgen ervoor dat het momenteel nog te traag gaat.”
Lees ook: Sneller van fossiele naar hernieuwbare energie: met deze tips lukt het