Gloeilampen moesten er een aantal jaar geleden aan geloven en ook halogeenlampen werden recent in de ban geslagen. De reden: het zijn energievreters en kennen een beperkte levensduur. De toekomst is weggelegd voor led. En hoewel ze duurder zijn in aankoop, compenseert hun lange levensduur en hogere energiezuinigheid dat verschil snel terug. Overschakelen op ledverlichting kan je op twee manieren doen: ofwel enkel de lampen vervangen ofwel de hele armatuur.
In Europa zijn in 2012 gloeilampen van de markt gehaald. Normaal gesproken is de overgang dus al gemaakt voor alle lampen die vroeger met dit type werkten. In 2018 onderging halogeen hetzelfde lot. Als je er nog over hebt, wacht dan niet tot de lampen helemaal leeg zijn voordat je ze vervangt. De energiezuinigheid en de lage kosten van ledverlichting zullen de kosten snel genoeg terugverdienen.
1. Lampen vervangen
- Intussen bestaan er voor de meeste types lampen alternatieven in led. Maar, het is wel mogelijk dat een bepaald soort fitting of vermogen geen vervanging toelaat. Daarnaast zijn er armaturen die dertig jaar oud zijn, waarin leds wel perfect passen. Je moet het dus geval per geval bekijken wanneer je wilt overschakelen op ledverlichting. Bij TL-verlichting kan dat voor problemen zorgen, vooral vanwege de ballast of de starter die verschilt van buis tot buis. Als de TL-buis echt niet meer werkt, is het beter om het hele armatuur te vervangen.
- Als je oude armaturen niet voldoende zijn afgestemd op ledlampen, kan dat wel voor een iets kortere levensduur en een lager rendement zorgen. Om de levensduur van ledlampen te vergroten, is het namelijk belangrijk dat de led zijn warmte goed kwijt kan.
- Heb je lampen met een transformator, dan kan je die transformator ook maar beter vervangen. Leds verbruiken veel minder stroom dan bijvoorbeeld halogeenlampen, terwijl een transformator een minimumspanning nodig heeft om goed te kunnen functioneren.
- Een laatste aandachtspunt: leds met een hoog vermogen zijn minder zuinig dan die met een laag vermogen.
Met deze aandachtspunten in het achterhoofd, kan je ledlampen letterlijk overal installeren. De volgorde waarin dat gebeurt, maakt op zich minder uit. Plekken die het vaakst worden vergeten, zijn bureaulampen, leeslampjes in de slaapkamer, lampjes in de dampkap, spotjes boven de wastafel en tuinverlichting. Want leds kunnen ook perfect buiten worden gebruikt.
Wil je meer weten over de juiste verlichting? Ontdek de aandachtspunten per kamer.
© Signify
© Signify
© Signify
2. Armatuur vervangen
Naast retrofitting of “relamping” is het een optie om niet alleen de lamp, maar de volledige armatuur te vervangen. Het grote voordeel is dat geïntegreerde ledlampen meestal compacter zijn en dat de armatuur ook mooier is vormgegeven. Bovendien zijn deze armaturen onderhoudsvrij en verhogen ze het lichtcomfort en de efficiëntie. Het nadeel is dat de gehele armatuur aan het einde van de levensduur moet worden vervangen. Gezien de lange levensduur van ledlampen, gebeurt dit wellicht niet snel.
Ondanks de aanzienlijke investering die nodig is om een verlichtingsarmatuur te vervangen, zal deze zichzelf zeer snel terugverdienen. Zo wordt bij het ontwerp van de armatuur rekening gehouden met de warmteafvoer van de LED, wat de levensduur ten goede komt. Het is weliswaar iets moeilijker om zowel lamp als armatuur te vervangen dan louter de lamp. Maar, het vervangen van de armaturen kan een ideaal moment zijn om de plaatsing van je lampen kritisch onder de loep te nemen.
Beslis je om deze investering te doen, overweeg dan om je professioneel te laten bijstaan. Er zijn immers grote kwaliteitsverschillen in ledverlichting en soms is het nodig om bijvoorbeeld oude dimmers of transfo's te vervangen. Vanaf 150 euro kan je al een verlichtingsplan laten opstellen. Ook online vind je heel veel informatie over hoe je zo'n plan moet opstellen. Wat het prijskaartje betreft, kom je met 1.000 euro al een heel eind. Al hangt het er natuurlijk ook vanaf hoeveel snufjes je wil integreren in je verlichting.
