Zonnepanelen installeren: de installatie van je zonnepanelen in 6 stappen

Heb je beslist om zonnepanelen te plaatsen en heb je de offerte van je installateur goedgekeurd? Dan wordt er een tijdstip afgesproken voor het installeren van je zonnepanelen. Maar hoe verloopt het installeren van zonnepanelen? Waar moet je rekening mee houden en welke tips hebben we?

Zonnepanelen installeren: de onderdelen

Om je zonnepanelen te kunnen installeren heb je uiteraard zonnepanelen nodig, maar ook een draagstructuur, een omvormer en kabels. Deze elementen monteert de installateur in een bepaalde volgorde op je dak of in je woning. We lijsten de verschillende stappen op.

Stap 1: de draagstructuur plaatsen

Samen met je installateur heb je bepaald hoeveel zonnepanelen je gaat leggen, en waar en hoe hij de zonnepanelen zal plaatsen. Op de dag van de installatie monteert de installateur eerst een draagstructuur op het dak. De draagstructuur (rails) maakt hij met dakhaken vast in de spanten of de dakpannen. Er zijn verschillende soorten draagstructuren. De meeste bestaan uit aluminium of pvc. Voor de metalen delen van de installatie is een beschermingsgeleider nodig voor de aarding.

Bij hellende daken schroeft de installateur de draagstructuur vast in het dak. Bij platte daken gaat men meestal niet boren in het dakoppervlak. Daar plaatst de installateur de zonnepanelen op een frame. Dat frame heeft uiteraard een bepaalde hellingsgraad. Om ervoor te zorgen dat je installatie stevig en stabiel blijft staan op een plat dak, verstevigt hij het frame met ballast of verankert hij het. Een windscherm zorgt ervoor dat hevige wind geen impact heeft op je installatie. Gaat de installateur toch door het waterdichte membraan, dan moeten de gaatjes rondom nauwkeurig gedicht worden. Scherm de kabel af van weer en wind, maar ook van ozon en uv-straling. Voorzie daarvoor kabelgoten.

Stap 2: de zonnepanelen op de draagstructuur plaatsen

De volgende stap is het monteren van de panelen op de draagstructuur. Op zich is dit geen complex werk. De structuur is voorzien van klemmen, waarin je de panelen kan vastschroeven. Maar elk paneel weegt gemakkelijk 20 à 25 kg. En dat maakt deze stap best wel arbeidsintensief. De installateur koppelt de panelen aan elkaar. Dat gebeurt in de meeste gevallen serieel. Hierbij sluit hij de plus van het ene zonnepaneel aan aan de min van het volgende zonnepaneel. Je kan je zonnepanelen ook parallel schakelen. Bijvoorbeeld als je zonnepaneleninstallatie verschillende hellingsgraden heeft of in geval van schaduw. Zo voorkom je dat - wanneer bijvoorbeeld een deel van je zonnepanelen in de schaduw komt te liggen - al je panelen minder stroom zullen opwekken. Zowel bij seriële als parallelle schakeling worden het eerste en het laatste paneel aan de bekabeling gekoppeld.

Stap 3: de omvormer plaatsen

Zonder omvormer kan je de energie die je opwekt niet gebruiken. Zonnepanelen produceren gelijkstroom, terwijl huishoudtoestellen op wisselstroom werken. Je omvormer vormt dus de gelijkstroom om naar wisselstroom. Je installateur plaatst de omvormer liefst op een koele en droge plek, dichtbij de elektriciteitsmeter. De omvormer wordt meestal aan een montageplaat bevestigd, die waterpas aan de muur wordt vastgemaakt.

Stap 4: de bekabeling

Bij de installatie van zonnepanelen zijn er twee soorten kabels nodig. Enerzijds is er de kabel die loopt van je zonnepanelen op je dak naar de omvormer in je woning. Deze kabel wordt meestal binnendoor geleid. Kan dat niet, dan leidt de installateur de kabel via de gevel en langs de regenpijp. Deze kabel is een DC-kabel en is geschikt voor gelijkstroom. Anderzijds is er de kabel van de omvormer naar je meterkast. Dit is een AC-kabel en wordt gebruikt voor wisselstroom. Tussen de omvormer en meterkast plaatst de installateur een zekeringskast. Vanuit je meterkast wordt de elektriciteit dan verdeeld naar je toestellen.

Stap 5: de keuring

Voor je je zonnepanelen mag gebruiken, moeten je zonnepanelen door een erkend keurder gekeurd worden. De keurder bezorgt je een AREI-keuringsverslag (AREI = Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties). Dit verslag geeft aan dat je zonnepaneelinstallatie veilig is om te gebruiken.

Stap 6: je zonnepanelen aanmelden

Je bent verplicht om, na de AREI-keuring, je zonnepanelen binnen de 30 dagen aan te melden bij je netbeheerder. Woon je in Vlaanderen, dan meld je je zonnepanelen aan bij Fluvius. Woon je in het Brussel Hoofdstedelijk Gewest dan contacteer je Sibelga. Je netbeheerder wil namelijk het net efficiënt beheren en moet weten waar er energie vandaan komt. Meld je je zonnepanelen niet aan, dan riskeer je een boete van 150 euro tot 20.000 euro.

Wat heb je nodig voor de aanmelding?

Om je installatie correct aan te melden bij je netbeheerder heb je volgende documenten nodig:

• de EAN-code van je bestaande elektriciteitsaansluiting; 
• een kopie of scan van het AREI-keuringsverslag, met duidelijk leesbare keuringsdatum, verklaring dat de installatie voldoet aan het AREI en in dienst genomen mag worden, het aantal omvormers en maximaal AC-vermogen per omvormer (kVA) en de gegevens van de installateur (btw-nummer, naam, e-mailadres, telefoonnummer);
• een kopie of scan van het eendraadschema van de installatie.