Begrotingsakkoord 2025: btw op bouwen en renoveren verandert niet

De federale regering heeft een akkoord bereikt over de begroting. Tegen 2029 moet België 9,2 miljard euro besparen. Het btw-tarief op bouwen en renoveren blijft echter ongewijzigd, tot opluchting van gezinnen en de bouwsector.

Begrotingsakkoord is rond

Het was volgens premier De Wever “een bijzonder pittige oefening”, maar er is een begrotingsakkoord. Tegen 2029 moeten we 9,2 miljard euro besparen. De federale regering voorziet heel wat aanpassingen, maar aan de btw op renovatie, sloop en heropbouw en nieuwbouw raakt ze niet. Eerder lagen er twee scenario’s op tafel: een eengemaakte btw van 9% of een btw-verhoging van 1%. Bouwers en verbouwers kunnen dus opgelucht ademhalen.

Goed nieuws voor gezinnen met verbouwplannen

Voor Aline en haar gezin is het behoud van het btw-tarief een financiële meevaller. Zij willen hun keuken vernieuwen en de inkomhal upgraden met een moderne steellook-deur.

“We lopen al een paar jaar met het plan rond om kleine renovatiewerken te doen, maar wachten tot ons huis tien jaar oud is. Volgend jaar kunnen we renoveren aan 6% btw, terwijl we nu nog 21% moeten betalen. Als het tarief was gestegen, waren onze plannen duizenden euro’s duurder geworden”, vertelt Lien.

Bouwsector opgelucht

De bouwsector zelf is ook opgetogen dat bouwen en renoveren niet duurder wordt. “We zijn tevreden dat de federale regering geluisterd heeft naar onze argumenten om de btw op nieuwbouw, woningrenovatie, sloop en heropbouw en sociale woningbouw niet te verhogen”, zegt Niko Demeester, gedelegeerd bestuurder van Embuild. “De regering vermijdt zo om wonen nog duurder te maken en de bouwactiviteit nog verder te vertragen.” Volgens Embuild zou een btw-verhoging niet alleen gezinnen treffen, maar ook banen kosten in de bouwsector. 

Accijnzen: wat verandert er?

In het begrotingsakkoord is er wel sprake van een verhoging van de accijnzen op aardgas. De accijnzen op elektriciteit zouden naar omlaag gaan. De accijnzen maken deel uit van de heffingen die opgelegd zijn door de overheid. Andere heffingen zijn bijvoorbeeld de energiebijdrage en de kosten voor groene stroom. Bij aardgas bestaat 14% van de factuur uit heffingen, bij elektriciteit is dat 30% van de factuur. (bron: CREG 2025)

Concreet zou de elektriciteitsfactuur 34 euro goedkoper worden per jaar, terwijl de aardgasfactuur met ongeveer 45 euro zou stijgen.