Als je met de brede waaier aan kleuren en formaten je dak – en eventueel gevel – nog niet voldoende kon personaliseren, kan je nog altijd kiezen voor een bepaald legpatroon. De verschillende plaatsingsmethodes leveren elk een uniek uitzicht op. Aan jou de keuze of je liever gaat voor een ruitpatroon of het Maasdak.
Er bestaan negen verschillende legpatronen voor leien. Maar niet elke methode is aan te raden voor het bekleden van je dak. Zo zijn een ruitdekking volgens het dambordpatroon, een dubbele dekking volgens het ‘cassettesysteem’, een Leuvense dekking en een enkele horizontale dekking enkel geschikt voor het bekleden van je gevel.
Plaatsingsmethoden voor dak en gevel
1. Maasdak of dubbele dekking
De bekendste manier van het plaatsen van leien is de dubbele dekking. Hierbij worden de leien in de lengte boven elkaar gelegd. Ze overlappen daarbij ongeveer twee derde van de onderliggende lei. De voeg, de plek waar twee leien elkaar raken, ligt steeds in het midden van de lei die eronder ligt. Dit legpatroon noemen we ook wel het Maasdak.
2. Enkelvoudige horizontale dekking
Bij de enkelvoudige horizontale dekking leg je de leien in de lange richting evenwijdig met de panlatten. Ze overlappen elkaar daarbij horizontaal en verticaal. Op deze manier creëer je een schubpatroon waarmee je dak regendicht is.
3. Enkelvoudige dekking met ruitleien
De enkelvoudige dekking met ruitleien is een van de meest decoratieve legpatronen. Deze methode is natuurlijk enkel mogelijk met leien in ruitvorm. Ze worden door middel van twee nagels en een stormkram op een houten draagstructuur bevestigd.
4. Halfsteensverband
Plaats je leien in halfsteensverband, dan heb je rechthoekige leien nodig. Bij deze methode worden de leien zowel in lengte als in breedte voor de helft over elkaar gelegd. Dit levert een strak, maar esthetisch patroon op.
Plaatsingsmethoden enkel voor gevel
5. Leuvense dekking of dubbele dekking met open voeg
De naam zegt het zelf: bij een dubbele dekking met open voeg wordt er plaats gelaten tussen de naast elkaar liggende leien. Deze open voeg bedraagt al snel een derde van een leibreedte. De leien liggen wel loodrecht boven elkaar. Deze methode wordt ook wel eens de Leuvense dekking genoemd.
6. Ruitdekking volgens dampatroon
De ruitdekking volgens het dampatroon heeft veel weg van de enkelvoudige dekking met ruitleien. Anders dan bij die laatste, wordt bij het dampatroon het overlappende stukje ruit weggesneden waardoor het zichtbare deel van de lei een vierkant vormt. Hierdoor krijgt de gevel het typische patroon van een dambord.
7. Dubbele dekking volgens het cassettesysteem
De dubbele dekking volgens het cassettesysteem is een patroon waarbij op de overlap van de leien drie leidiktes boven elkaar liggen. Op de andere plaatsen in het dak vind je minstens twee leidiktes boven elkaar. De rechthoekige leien worden bij dit patroon boven elkaar geplaatst. Zijdelings overlappen deze niet.
8. Enkelvoudige horizontale dekking in lijn
Bij de enkelvoudige horizontale dekking in lijn worden de rechthoekige leien ook boven elkaar geplaatst, maar vindt er wel een overlapping plaats. Dit zowel horizontaal als verticaal.
9. Trapdekking
Leien die trapsgewijs worden geplaatst, worden gelegd volgens de zogenaamde – what’s in a name – trapdekking. Dit legpatroon creëert met zijn levendige patroon een unieke gevel.