Net zoals een gebruiksaanwijzing je alles uitlegt over een bepaald toestel, zo vertelt een postinterventiedossier je alles wat je moet weten over een gebouw. Handig als je een bestaande woning koopt, of voor de volgende eigenaar van jouw huis. Bovendien is het verplicht. Wat staat er precies in zo’n PID? Hoeveel kost het en moet je dit altijd bijhouden? Voor veel (ver)bouwers is dit niet altijd even duidelijk. We legden vijf vragen over het PID voor aan veiligheidscoördinator en architect Kristina Elsen.
1. Wat is een postinterventiedossier (PID)?
Een postinterventiedossier kan je vergelijken met de gebruiksaanwijzing van een gebouw. Het bevat alle technische informatie die nuttig is bij eventuele verbouwingen en is vooral belangrijk voor de veiligheid. Aan de hand van het PID kan een architect of aannemer bijvoorbeeld zien waar de dragende muren zitten, waar de leidingen liggen en met welke materialen er werd gewerkt. Bij elke renovatie of aanpassing van het gebouw moet het dossier worden aangepast en verder aangevuld.
Naast informatie over werken, moeten ook de keuringen van o.a. elektriciteit en riolering en het EPB-certificaat worden opgenomen. Verder maken ook alle soorten vergunningen, het lastenboek, installatieplannen, gebruiksaanwijzingen en as-built plannen deel uit van het dossier. Ook de identiteit van aannemers die werken hebben uitgevoerd wordt opgelijst.
Verkoop je je woning? Dan moet je het postinterventiedossier bezorgen aan de nieuwe eigenaar. Het PID hoort bij de woning en moet gedurende de volledige levensduur bij het gebouw blijven. De overhandiging ervan wordt bovendien door de notaris opgetekend in de verkoopakte. Zonder het postinterventiedossier kan de akte dus in principe niet worden verleden.
Let op: het postinterventiedossier is niet hetzelfde als de woningpas, het digitale paspoort van je woning.
2. Is het postinterventiedossier verplicht?
Het PID is verplicht bij elk gebouw (huis, appartement, kantoorgebouw, etc.) waarvan de bouw na 1 mei 2001 is gestart, of waaraan sinds die datum werken zijn uitgevoerd door één of meerdere aannemers. Werd het gebouw opgetrokken voor die datum? Dan geldt de verplichting niet. Maar liet je na mei 2001 bijvoorbeeld een nieuwe keuken of badkamer plaatsen, dakwerken uitvoeren of het buitschrijnwerk vervangen? Dan geldt de verplichting weer wel.
3. Wanneer krijg je het postinterventiedossier?
Bij een nieuwbouw of grote verbouwingswerken wordt het postinterventiedossier opgemaakt door de veiligheidscoördinator. Die wordt bij werken kleiner dan 500 m2 aangesteld door de architect. Bij grotere werken moet de bouwheer een veiligheidscoördinator aanstellen. Bij de oplevering of na het beëindigen van de bouwwerken moet de aannemer alle technische fiches, plannen, etc. aan de bouwheer of architect overhandigen. Daarna is het aan de veiligheidscoördinator om het PID op te maken en het geheel aan de bouwheer te overhandigen. Van deze overdacht wordt een proces verbaal opgesteld, dat ook bij het dossier wordt gevoegd.
4. Moet ik hiervoor betalen?
Ja, de erelonen en kosten van de veiligheidscoördinatie zijn ten laste van de bouwheer.
5. Wie moet het PID bijhouden en aanvullen?
De eigenaar of gebruiker van het gebouw moet het postinterventiedossier bijhouden. Voer je zelf werken uit of werk je met maximaal 1 aannemer? Dan vul je als bouwheer zelf het bestaande PID verder aan. Alle aanpassingen moeten op de plannen worden aangeduid, samen met de naam van de uitvoerder.
In een appartementsgebouw kan het postinterventiedossier worden opgesplitst in twee delen: de gemeenschappelijke ruimten van het gebouw en een beperkt PID voor elk appartement. De algemene vergadering beslist dan wie het PID van de algemene delen beheert.

In 3 stappen naar nieuwe ramen en deuren voor je woning
Nieuwe ramen en deuren dragen bij aan een energiezuinige en stijlvolle woning.



%20ivan%20put.png?w=760&auto=format&ar=4%3A3&fit=crop&crop=faces%2Cfocalpoint&corner-radius=10&mask=corners&lossless=true&s=c1285c6b8842fd982533bc33005a5e95)


