De luchtdichtheid vormt samen met de isolatie van de gebouwschil en de ventilatie een onlosmakelijk trio om de energiefactuur van onze woningen te verlagen en een gezond binnenklimaat te verzekeren. Maar wat bepaalt nu precies een goede luchtdichtheid?
Wat is luchtdichtheid precies?
Voor het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) is de luchtdichtheid van een gebouw het vermogen om de luchtstromingen van buiten naar binnen (en omgekeerd) binnen de perken te houden. Die luchtstromingen ontstaan door koude buitenlucht die het gebouw binnendringt en verwarmd moet worden én warme binnenlucht die het gebouw verlaat. Door je woning luchtdicht te maken, vermijd je zowel warmteverliezen als condensatieproblemen door de aanwezigheid van koudebruggen. Die ontstaan door onderbrekingen in de isolatieschil waarlangs de warmte kan ontsnappen. In een luchtdichte woning zal ook het ventilatiesysteem efficiënter werken, en dus ook minder energie verbruiken.
Geen berekening, enkel meting
De luchtdichtheid wordt bepaald door tal van moeilijk meetbare factoren en wordt daarom niet berekend in de ontwerpfase, maar achteraf gemeten, wanneer de woning afgewerkt is. Dat gebeurt tijdens een blowerdoortest of luchtdichtheidstest. Tijdens de test wordt gemeten hoeveel lucht uit de woning ontsnapt of er binnenkomt. Het resultaat van die metingen wordt uitgedrukt in een V50-waarde, uitgedrukt in m3/h. Hoe lager de V50-waarde, hoe beter de luchtdichtheid.
De gemeten waarde is afhankelijk van de kwaliteit van de gebouwschil en van de aanwezigheid van eventuele luchtlekken. Het is dus belangrijk dat je de test goed voorbereidt door alle openingen zoals deuren en ramen af te sluiten, net als de aanvoerroosters als je een ventilatiesysteem C hebt. Een goede luchtdichtheid heeft niet enkel gevolgen voor je comfort en je energieverbruik, maar ook voor het E-peil van je woning dat na de EPB-berekening wordt toegekend.
Luchtlekken vermijden
Lucht ontsnapt voornamelijk naar buiten onder de buitendeuren, door openingen zoals kattenluiken of brievenbussen, via kieren rond de ramen en rolluikkasten, open haarden, of gemetselde buitenmuren zonder bepleistering. Maar ook andere bouwdetails kunnen aan de basis liggen van luchtlekken, zoals kabels of buizen van technische installaties die door de buitenmuren lopen. Ook de windbelasting op de woning, in functie van zijn locatie (bouwhoogte, in de stad of op het platteland, weinig bebouwing…) kan een invloed hebben op de luchtdichtheid. Je moet dus op heel wat elementen letten om ongewenste luchtlekken te vermijden.
Wat zegt de regelgeving?
Voor de luchtdichtheid bestaat er in ons land nog geen echte regelgeving. In de Belgische norm NBN D 50-001 ‘Ventilatievoorzieningen in woongebouwen’ uit 1991 staan enkel aanbevelingen. Daarvoor wordt gekeken naar de n50-waarde: die staat voor het aantal keer dat de hoeveelheid lucht in een woning wordt vervangen en wordt berekend door de V50-waarde te delen door het binnenvolume van de woning. Voor een woning met een mechanisch ventilatiesysteem C is de n50 best lager dan 3 h-1. Dat betekent dat de lucht in een woning bij een drukverschil van 50 pascal drie keer per uur vernieuwd wordt. Voor de optimale werking van een ventilatiesysteem D wordt een n50-waarde van 1 h-1 aanbevolen. Ter vergelijking: de n50-waarde van een passiefwoning moet lager zijn dan 0,6 h-1. Behalve voor passiefwoningen vermeldt de EPB-regelgeving geen enkele eis op het vlak van luchtdichtheid.
Goed voor je E-peil
Wel wordt de luchtdichtheid meegenomen in de berekening van je E-peil. Dat E-peil verwijst naar de globale energieprestatie van een gebouw. Hoe lager die waarde, hoe energiezuiniger je woning. Je hebt er dus alle belang bij voldoende aandacht te schenken aan de luchtdichtheid én een luchtdichtheidstest te laten uitvoeren. Zonder test wordt in de EPB-berekening rekening gehouden met een ‘v50-waarde bij ontstentenis’. Die bedraagt 12 m3/h.m2, wat direct veel meer is dan wat werkelijk het geval zal zijn, en zal een negatieve invloed hebben op het uiteindelijke E-peil (tot effectief 12 punten extra!). In Vlaanderen heeft het resultaat van de blowerdoortest ook een impact op het S-peil dat sinds 2018 van kracht is. Dat S-peil verwijst naar de globale energie-efficiëntie van de gebouwschil (buitenmuren, ramen, dak…).
Een luchtdichte gebouwschil
De luchtdichtheid draagt dus bij aan de globale prestaties van je woning op voorwaarde dat ontwerp en uitvoering nauwkeurig gebeuren. Dat de luchtdichtheid afhankelijk is van heel wat factoren, betekent dat veel vakmannen hun steentje ertoe bijdragen. Bij grote oppervlakken zoals de muren of het dak vormt de luchtdichtheid meestal niet echt een probleem.
Een ander verhaal wordt het ter hoogte van de verbindingen en bouwdetails. De hoeken (bouwknopen ter hoogte van de aansluitingen van muren en dak, of tussen muren en ramen), de doorvoeren van leidingen door de buitenmuren… moeten perfect afgedicht worden. Besparen op de luchtdichtheid van je nieuwbouwwoning is geen goed idee. Half werk op dat vlak zadelt je vroeg of laat op met problemen en heeft een directe impact op je wooncomfort.
Bron: Ik ga Bouwen